Biodiversiteit is van groot belang voor duurzame voedselproductie. Genetische diversiteit, zowel tussen als binnen soorten, is de basis voor duurzame en weerbare voedselsystemen. Deze is nodig om vandaag en in de toekomst voldoende voedsel van goede kwaliteit te produceren.
Waarom is dit belangrijk voor ons?
De grondstoffen die we gebruiken zijn afkomstig van natuurlijke ecosystemen. Zoals het gras dat wordt gegeten door koeien die vervolgens melk leveren waarvan wij hoogwaardige zuivel maken. Daar is een gezonde en weerbare bodem voor nodig. Ook biedt de natuur ecosysteemdiensten zoals koolstofvastlegging en klimaatregulering.
Een grotere biodiversiteit heeft positieve gevolgen op de aanvoer van grondstoffen die nodig zijn om onze producten te maken. Dit zorgt voor meer veerkracht van onze toeleveringsketen. Bovendien verbetert een grotere biodiversiteit de bodemkwaliteit, waardoor gras beter groeit en koeien dus beter voer krijgen.
Om op de lange termijn te kunnen beschikken over voldoende melk van goede kwaliteit is biodiversiteit dus erg belangrijk. Daarom nemen we biodiversiteit mee in onze strategie en bedrijfsmodel. Dit geldt ook voor andere grondstoffen die we inkopen. De specifieke afhankelijkheden en implicaties zullen worden beschreven in het transitieplan dat in 2025 wordt opgesteld.
Wat zijn de risico's en kansen?
Biodiversiteit is een materieel onderwerp voor Royal A-ware. Het heeft niet alleen invloed op onze productiefaciliteiten, maar ook op de activiteiten van de melkveehouders die melk aan ons leveren, en op de waardeketen. We hebben de materiële impacts, risico's en kansen van biodiversiteit vanuit elk van deze perspectieven in kaart gebracht.
Risico's en gevolgen
Eigen productielocaties
Als de activiteiten van onze productielocaties impact hebben op de lokale biodiversiteit, kunnen er extra kosten ontstaan als gevolg van noodzakelijke maatregelen om de impact te verkleinen. Om de mogelijke effecten op de lokale biodiversiteit te beoordelen, is de nabijheid van de locaties tot biodiversiteitgevoelige gebieden onderzocht. Wij definiëren biodiversiteitgevoelige gebieden als Natura 2000-gebieden die zijn aangewezen onder de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. Beide Europese richtlijnen zijn belangrijke instrumenten om de Europese biodiversiteit te beschermen.
Op en rond melkveebedrijven
De toepassing van duurzame landbouwpraktijken is essentieel om de milieu-impact van de melkveehouderij te minimaliseren. Vooral klimaatbestendigheid, bodemgezondheid en behoud van biodiversiteit kunnen helpen om inheemse soorten te beschermen en de verspreiding van invasieve soorten te voorkomen.
Deze drukfactoren zijn gebaseerd op een publicatie van het Louis Bolk Instituut. De factoren laten zien hoe melkveehouderij de biodiversiteit beïnvloedt. Het verlies aan biodiversiteit op melkveebedrijven kan leiden tot een lagere voederopbrengst, wat op zijn beurt kan resulteren in een verminderde melkproductie.
Elders in de keten
Het verlies aan biodiversiteit kan de leveringszekerheid van de melk- en grondstoffen schaden (fysiek risico). Dit kan sociale impact hebben omdat prijzen van bepaalde voedingsmiddelen zullen stijgen.
De herkomst van grondstoffen kan verband houden met ontbossing. Deze risico's worden in kaart gebracht als onderdeel van het due diligence-beleid dat ook milieurisico's omvat. Ontbossing, een belangrijk milieuprobleem, kan leiden tot verlies van biodiversiteit en zo het evenwicht van natuurlijke ecosystemen verstoren. Daarom heeft het onze volledige aandacht bij het inkopen van grondstoffen.
Er zijn ook transitierisico's om rekening mee te houden, zoals de impact van nationale en Europese wetgeving, waaronder Natura 2000-gebieden in Nederland en de Europese ontbossingsverordening.
Systeemrisico's kunnen optreden als gevolg van klimaatverandering (zie het hoofdstuk Klimaatrisico). De impact van systeemrisico's op de samenleving is niet opgenomen in de risicoanalyse.
Kansen
Op en rond melkveebedrijven
We werken actief samen met melkveehouders aan behoud en herstel van biodiversiteit.
Het bevorderen van biodiversiteit draagt bij aan ecosysteemdiensten, zoals koolstofvastlegging.
Activiteiten in onze waardeketen kunnen van invloed zijn op bedreigde diersoorten. De populatie boerenlandvogels in Europa staat onder druk. Het verminderen van drukfactoren op biodiversiteit vanuit de melkveehouderij, zoals we al doen in verschillende melkstromen (bijv. Beter voor Koe, Natuur & Boer), kan een positieve bijdrage leveren aan het behoud van boerenlandvogels.
Ecosysteemdiensten
Een ecosysteemdienst verwijst naar de voordelen die mensen ontvangen van de natuur of ecosystemen. Ecosystemen als graslanden van de melkveehouderij leveren diensten die bijdragen aan voedselproductie en klimaatregulatie. Goede landbouwpraktijken, zoals het vermijden van ploegen, hebben bijvoorbeeld een positief effect door koolstofvastlegging. Daarnaast kunnen we, door grondstoffen te gebruiken die geen of minder negatieve impact hebben op de biodiversiteit, bijdragen aan bodemherstel en bodembescherming.

Aanpak en beleid
Biodiversiteit is van groot belang voor het produceren van voldoende voedsel van goede kwaliteit, nu en in de toekomst. De bedrijven van de melkveehouders waarmee we samenwerken hebben impact op de biodiversiteit. Net als onze eigen locaties. De grondstoffen die we gebruiken zijn afkomstig van natuurlijke ecosystemen. Zowel biodiversiteit als ecosystemen kunnen worden aangetast door klimaatverandering en niet-duurzame land- en bosbouwpraktijken. Onze uitdaging is om de negatieve impact te minimaliseren en de positieve impact te vergroten. Dit draagt bij aan de beschikbaarheid en betaalbaarheid van grondstoffen op de korte en lange termijn.
Ons biodiversiteitsbeleid heeft betrekking op alle zuivelactiviteiten, inclusief de upstream waardeketen. Dit beleid is van toepassing op al onze productielocaties en omvat zowel operationele processen als de impact van onze toeleveranciers. Daarbij houden we rekening met verschillende stakeholders, zoals medewerkers en melkveehouders. Het doel is om de biodiversiteit te behouden en te verbeteren.
Het biodiversiteitsbeleid heeft drie invalshoeken: eigen bedrijfsvoering, op en rond melkveebedrijven en de keten.
Eigen bedrijfsvoering
Royal A-ware heeft geen aanvullend beleid voor biodiversiteit op en rond haar bedrijfslocaties, omdat er geen productielocaties in biodiversiteitsgevoelige gebieden liggen. Naast het in kaart brengen van de negatieve impact van alle bedrijfslocaties op biodiversiteitgevoelige gebieden (zie het hoofdstuk 'Risico’s en impacts'), verkennen we in 2025 of we aanvullende maatregelen nemen die bijdragen aan behoud en herstel van biodiversiteit. We zijn ook niet actief in gebieden waar woestijnvorming een probleem is.
Om de biodiversiteit te behouden of te herstellen, hebben we biodiversiteitsbundels ontwikkeld.
Op en rond melkveebedrijven
We bevorderen de biodiversiteit door samen met melkveehouders de drukfactoren van de melkveehouderij op de biodiversiteit te verminderen (zie hoofdstuk ‘Risico's en impacts’). In onze biodiversiteitsstrategie kiezen we ervoor melkveehouders te stimuleren om drukfactoren te verminderen en zo onder andere meer leefgebied te creëren. Hiervoor is een wetenschappelijk onderbouwde methodiek opgezet om inspanningen van melkveehouders te belonen. Dit gebeurt door middel van biodiversiteitsbundels die maatregelen bevatten met een bewezen positieve impact op biodiversiteit. Ze zijn gebaseerd op het conceptueel kader dat ook ten grondslag ligt aan de Biodiversiteitsmonitor (Erisman, van Eeckeren, Cuijpers, & de Wit, 2014). In dit rapport zijn onder meer drukfactoren beschreven van de melkveehouderij op biodiversiteit. We kennen vijf biodiversiteitsbundels in Nederland en vier in België.
Onze kwaliteitssystemen zorgen ervoor dat we de melk die melkveehouders aan ons leveren kunnen traceren. Het biodiversiteitsbeleid zorgt ervoor dat het voor elke melkveehouder duidelijk is welke maatregelen hij neemt met het oog op behoud en herstel van biodiversiteit.
Koolstofvastlegging
Als aanvulling op de biodiversiteitsbundels wordt ingezet op koolstofvastlegging. Het vastleggen van koolstof in de bodem is een van de manieren om de uitstoot van broeikasgassen op een melkveebedrijf te verminderen. Want als een melkveehouder zijn grasland niet ploegt, wordt CO2 opgeslagen in de bodem in de vorm van koolstof. Daarnaast verbetert extra koolstof in de bodem onder andere de vruchtbaarheid, het watervasthoudend vermogen en de bewerkbaarheid van de bodem.
In de toeleveringsketen
Het biodiversiteitsbeleid richt zich ook op potentiële risico's die voortvloeien uit de inkoop van grondstoffen. Deze onderwerpen zijn onderdeel van gesprekken met onze leveranciers, vooral als het gaat om grondstoffen met een hoog risico zoals gedefinieerd in het due diligence-beleid. Op deze manier blijven we transparant en bevorderen we de verbetering van de biodiversiteit in onze gedeelde toeleveringsketens.
Ontbossing
We zetten ons in om risico's op het gebied van mensenrechten en milieu aan te pakken. We doen dit volgens de zes due diligence-stappen, zoals geïntroduceerd door de OECD. Een van die milieurisico's is ontbossing. We willen ontbossing voorkomen en streven ernaar dat onze ketens in 2025 ontbossingsvrij zijn. Daartoe volgen we de Europese ontbossingswetgeving (EUDR). Deze wetgeving verbiedt Europese bedrijven om goederen of producten te importeren, exporteren of verkopen die bijdragen aan ontbossing wereldwijd. Daarnaast eisen we van alle Nederlandse en Belgische melkveehouders met wie we samenwerken dat ze 100 procent verantwoord gecertificeerde RTRS-soja, of gelijkwaardige soja, gebruiken. RTRS staat voor Round Table of Responsible Soy, een internationaal samenwerkingsverband dat onder andere ontbossing tegengaat door de productie van soja te certificeren.

Reikwijdte
De drie perspectieven hebben elk hun eigen reikwijdte.
‘Eigen activiteiten' richt zich op onze productielocaties in Nederland en België.
‘Op en rond melkveebedrijven' richt zich op de melkveehouders in Nederland en België waar Royal A-ware direct mee samenwerkt.
De keten omvat de landen waar we onze grondstoffen vandaan halen.
Transitieplan
Royal A-ware is van plan om in 2025 het transitieplan op te stellen. In 2024 lag de focus op het uitwerken van beleid en bijbehorende acties en doelen.
Verantwoordelijkheden
De Stuurgroep Duurzaamheid is verantwoordelijk voor het vaststellen van het biodiversiteitsbeleid.
De stuurgroep heeft het in kaart brengen van de negatieve impact van bedrijfslocaties op biodiversiteitgevoelige gebieden gedelegeerd aan het ESG-team.
In Nederland is de COO samen met de manager Veehouderij verantwoordelijk voor het opstellen van biodiversiteitsbundels. In België ligt deze verantwoordelijkheid bij de manager Dairy Affairs
De klankbordgroep van melkveehouders in Nederland en België is actief betrokken bij de uitwerking van de biodiversiteitsbundels, zodat de juiste balans ontstaat tussen 'ecologisch effectief' en 'haalbaarheid en betaalbaarheid op het melkveebedrijf'.
Activiteiten gericht op het verhogen van de koolstofvastlegging worden opgezet onder de verantwoordelijkheid van de COO en de manager Livestock Affairs in Nederland en de manager Dairy Affairs in België.
In lijn met het due diligence-beleid en het biodiversiteitsbeleid wordt gestreefd naar een ontbossingsvrije keten. De directie is eindverantwoordelijk voor het due diligence-beleid. Zij hebben deze uitrol gedelegeerd aan de due diligence-coördinatoren. Meer over de betrokkenheid van stakeholders is opgenomen in ons due diligence-beleid.
Doelstellingen en prestaties
Link naar pijler uit beleid |
Target |
Reikwijdte |
Laag in de mitigatiehiërarchie |
Eigen operatie |
Geen target: er zijn geen productielocaties in biodiversiteitsgevoelige gebieden |
||
Op en rond melkveebedrijven |
2025: Melkveehouders voldoen aan minimaal 1 diversiteitsbundel |
Nederland en België (eigen operatie) |
Minimaliseren en herstellen |
2030: Melkveehouders voldoen aan minimaal 2 diversiteitsbundels |
|||
A-ware Dairy streeft naar maximale koolstofvastlegging ten behoeve van haar ketens |
Nederland en België (upstream waardeketen) |
Herstellen |
|
In de keten |
A-ware Dairy een ontbossingsvrije keten in 2025 |
Wereld (upstreamwaardeketen) |
Vermijden |
Behoud en herstel van biodiversiteit staat hoog op de politieke en maatschappelijke agenda en is onderdeel van nationale en EU-wetgeving. Onze doelstellingen:
Biodiversiteitsbundels
Samen met onze melkveehouders werken we aan het behoud en herstel van biodiversiteit. Dit doen we door middel van biodiversiteitsbundels die elk een aantal maatregelen bevatten die hieraan bijdragen. Bij het ontwikkelen van de biodiversiteitsbundels is waar mogelijk aangesloten bij beleid zoals dat onder andere is vastgelegd in ANLb (Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer) en eco-regelingen. De doelstellingen bouwen niet voort op of sluiten aan bij het Kunming-Montréal Global Biodiversity Framework (GBF).
Hoewel we pas in 2024 zijn begonnen met de implementatie van biodiversiteitsbundels voor onze melkveehouders in zowel Nederland als België, zijn de resultaten veelbelovend. 88 procent van onze melkveehouders voldoet al aan de doelstelling voor 2025. We zijn goed op weg om onze doelstelling in 2025 te halen.
Koolstofvastlegging
Door koolstofvastlegging in de bodem actief te stimuleren, werken we aan een betere bodemvruchtbaarheid. Bovendien verkleint het opslaan van CO2 in de bodem, in de vorm van koolstof, de footprint van een melkveebedrijf.
Ontbossing
Onze ambitie is dat onze ketens in 2025 ontbossingsvrij zijn.
Overige informatie
Bij het vaststellen van de doelstellingen is geen gebruik gemaakt van biodiversiteitscompensaties.
We hebben geen bedrijfslocaties in een biodiversiteitsgevoelig gebied. Rapportage over aantal en oppervlakte is daarom niet nodig.
De activiteiten van Royal A-ware op haar bedrijfslocaties hebben geen directe invloed op het verminderen van de drukfactor landgebruik. Wel kan er impact zijn op het gebruik van zoetwater op locaties in gebieden met waterschaarste. Dit wordt in 2025 nader onderzocht. In de waardeketen kunnen er effecten zijn op de drukfactoren landgebruik en zoetwatergebruik. Daarom onderneemt Royal A-ware actie door de introductie van biodiversiteitsbundels en het tegengaan van ontbossing in haar ketens. Royal A-ware rapporteert geen maatstaven om de omvang van de veranderingen te duiden.
Ecologische drempels zijn het punt waarop een relatief kleine verandering in externe omstandigheden een snelle verandering in een ecosysteem veroorzaakt. Bij het vaststellen van de doelstellingen zijn geen ecologische drempels en impactverdelingen toegepast. Drukfactoren van melkveehouderij op biodiversiteit zijn echter wel gebruikt (als een soort afgeleide van ecologische drempels) bij de ontwikkeling van beleid om samen met melkveehouders te werken aan behoud en herstel van biodiversiteit.
Royal A-ware heeft geen regelmatige monitoring van de biodiversiteitsstatus en biodiversiteitswinst of -verlies uitgevoerd, omdat we pas in 2024 zijn begonnen.
Maatregelen en acties: hoe we onze doelen bereiken
Eigen activiteiten
Mitigerende maatregelen zijn niet nodig omdat we geen bedrijfslocaties hebben in een biodiversiteitsgevoelig gebied.
In 2025 zal de Stuurgroep Duurzaamheid beslissen of er extra maatregelen zullen worden genomen op de productielocaties voor behoud en herstel van biodiversiteit.
Op en rond het melkveebedrijf
Via het kennisplatform Dairy Academy organiseren we jaarlijks workshops over bodemgezondheid. Hiermee bieden we melkveehouders handvatten om te werken aan bodemgezondheid en koolstofvastlegging.
Samen met Albert Heijn hebben we de ‘Beter voor Natuur & Boer’ melkstroom opgezet. In dit programma hebben we langetermijn afspraken gemaakt over onder andere koolstofvastlegging in de bodem.
In 2024 hebben we een koolstofpool opgezet waarbinnen melkveehouders maatregelen nemen om koolstof op te slaan in de bodem.
Via de biodiversiteitsbundels werken we samen met onze melkveehouders aan het behoud en herstel van biodiversiteit op en rond melkveebedrijven. Dit is ook positief voor melkveehouders omdat zij onder andere gebruikmaken van ecosysteemdiensten. Met premies stimuleren we melkveehouders om aan deze biodiversiteitsbundels te voldoen. Binnen A-ware Duurzaam krijgen melkveehouders punten als ze voldoen aan één of meerdere biodiversiteitsbundels. Hoe meer punten een melkveehouder behaalt binnen A-ware Duurzaam, hoe hoger de duurzaamheidspremie die de boer ontvangt. De inhoud van A-ware Duurzaam wordt jaarlijks vastgesteld.
We ontwikkelen melkstromen die zijn afgestemd op specifieke eisen van klanten. Melkveehouders kunnen zelf kiezen of ze hieraan deelnemen. Bij deelname is het verplicht om te voldoen aan voorwaarden met betrekking tot de bedrijfsvoering. Als een melkstroom eisen bevat gerelateerd aan biodiversiteit, met een bijbehorende premie, draagt dit bij aan behoud en herstel van biodiversiteit. Deze maatregel heeft geen specifieke tijdshorizon.
Binnen de ‘Beter voor Natuur & Boer’-melkstroom zijn natuur en biodiversiteit belangrijke, vaste onderdelen. Het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) constateert dat 91 procent van de melkveehouders binnen deze melkstroom natuurinclusief werkt. Dit betekent ondernemen in balans met de natuur. Voor de extra inspanningen die melkveehouders hiervoor leveren, bijvoorbeeld door kruiden in te zaaien of grasland niet meer om te ploegen, betaalt Albert Heijn hen al jaren een extra vergoeding boven op de prijs van weidemelk. Natuurgerichte oplossingen (Nature based Solutions) zijn geïntegreerd in de voorwaarden voor de Beter voor Natuur & Boer melkstroom.
In de keten
Tegengaan van ontbossing verbetert ook de omstandigheden van gemeenschappen die schade ondervinden van ontbossing
We hebben risicoanalyses uitgevoerd voor de grondstoffen met een hoog risico, inclusief de gevolgen voor gemeenschappen, zoals geïdentificeerd in het IMVO-convenant Voedingsmiddelen voor 2024. We zullen de resultaten van de risicoanalyses opnemen in de actualisatie van de dubbele materialiteitsanalyse (DMA) in 2025.
Voor het realiseren van onze ambitie om een ontbossingsvrije keten te realiseren, nemen we geen aanvullende maatregelen. Hierbij volgen we de implementatie van de EUDR vanaf 2025.
Alle Nederlandse en Belgische melkveehouders met wie we samenwerken gebruiken sinds enkele jaren honderd procent verantwoord gecertificeerde RTRS-soja of gelijkwaardige soja. RTRS staat voor Round Table of Responsible Soy, een internationaal samenwerkingsverband dat onder andere ontbossing tegengaat door de productie van soja te certificeren. Zo'n certificaat geeft aan dat de soja op een milieuvriendelijke manier is verbouwd. Nederlandse melkveehouders mogen alleen voer kopen van voerleveranciers die voldoende certificaten hebben voor RTRS-soja. In België koopt de Belgian Feed Association (BFA) sinds 2009 certificaten voor de soja die haar leden op de Belgische markt brengen.
Overige informatie
We hebben geen beleid of activiteiten gericht op duurzaam beheer van oceanen en zeeën.
Er is geen kwantitatieve en kwalitatieve informatie over de voortgang van maatregelen of actieplannen omdat 2024 het eerste jaar is waarover wordt gerapporteerd.
Hoe betrekken we onze stakeholders?
Stakeholders worden betrokken via de dubbele materialiteitsanalyse. Aanvullend daarop:
Naast de stuurgroep zijn er geen andere stakeholders betrokken bij de ontwikkeling van beleid gericht op biodiversiteit op en rond bedrijfslocaties. Er waren geen stakeholders betrokken bij het vaststellen van de targets voor ontbossing en bodem.
Omwonenden van bedrijventerreinen zijn niet betrokken omdat er geen locaties in Natura 2000-gebieden liggen.
Melkveehouders zijn betrokken bij het opzetten van acties die bijdragen aan het behoud en herstel van biodiversiteit op en rond melkveebedrijven.
Stakeholders in de waardeketen worden betrokken als onderdeel van het due diligence-beleid. Royal A- ware heeft niet met lokale gemeenschappen gesproken, maar hun belangen zijn in overweging genomen op basis van literatuur en door middel van enquêtes.
Als de stuurgroep besluit om in 2025 aanvullende maatregelen te nemen, zal zij onderzoeken of en hoe stakeholders betrokken zullen worden bij het vaststellen van doelen en/of het bepalen van acties.
Het Nederlandse Team Veehouderijzaken en de klankbordgroep van melkveehouders in Nederland zijn actief betrokken bij de uitwerking van de biodiversiteitsbundels en bijbehorende doelstelling om de juiste balans te vinden tussen 'ecologisch effectief' en 'haalbaarheid en betaalbaarheid op het bedrijf'. Naar aanleiding van deze toetsing zijn de biodiversiteitsbundels aangepast. Vervolgens werden ze vertaald naar de Vlaamse en Waalse context. De klankbordgroep met Belgische melkveehouders en het Belgische Team Veehouderijzaken hebben hier actief aan bijgedragen. Gedurende dit proces zijn experts van het bureau Natuurverdubbelaars betrokken geweest om ervoor te zorgen dat de biodiversiteitsbundels voldoende ecologisch effectief zijn.
De betrokkenheid van stakeholders bij due diligence wordt uitgewerkt in de due diligence-paragraaf.